2 oktober 2016

Lovely

By In verre 2 min

In de straten van Chiang Rai hield ik mijn blik gericht op de goot om te voorkomen dat ik met mijn slippers in plassen en glasscherven zou stappen. Daardoor zag ik een groter probleem over het hoofd.
‘Hello,’ zei de ringbaard. De man had grijs haar dat hij aan weerszijden, waar hij kalend was, zorgvuldig over zijn schedel had gekamd. Zijn blauwe ogen priemden in mijn decolleté.
‘Hello love!’ Hij streek zijn handen over zijn borst, zijn zwartleren motorjack kraakte.
‘Hoi,’ mompelde ik.
Ik wilde doorlopen, maar hij haakte zijn motor net voor mijn voeten op de stoep, zodat ik struikelde en mijn hand op de motor moest leggen om mijn evenwicht te bewaren en niet alsnog in de goot te belanden. Het zadel was gloeiend heet.
‘Frans? Italiaans?’ vroeg hij.
‘Nederlands,’ zei ik.
‘I love the Dutch!’ zei hij, met een Amerikaans accent. ‘I saw you walking a lot the last few days. I thought by myself, oh my God, I thought, that woman loves to walk.’
‘Ja,’ zei ik.
‘Men, oh men,’ zei hij. ‘I thought, that woman is a walker!’
Hij stapte dichterbij. Om hem heen hing een wolk zware aftershave.
‘You don’t see that often, a lovely young girl, travelling alone.’
Ik was niet lovely, en ik was ook al zo’n twintig jaar geen young girl meer, en als hij nog een stap dichterbij zette dan zou hij aan den lijve ondervinden dat ik niet vrolijke jodelende Heidi met vlechtjes was, maar catwoman die tegen muren opklom en met haar stilettohakken de ogen van opdringerige mannen uitpikte.
‘Hoe lang blijf je hier in Chiang Rai, love?’ vroeg hij.
‘Geen idee,’ zei ik.
Ik stapte tussen hem en de motor door. Hij gaf me een hand die hij stevig drukte.
‘Join me for a drink,’ zei hij.
‘Nee, dank je wel,’ zei ik. ‘Ik ga eten.’
‘Alone?’ vroeg hij.
‘Yes,’ zei ik. ‘I love to be alone.’