Een maandag rond het middaguur, de sirene had net geklonken.
“Goedemorgen! Jij kan me vast wel vertellen waar de Burgemeester Patijnlaan is te vinden.” Een man remde voor het zebrapad. Heldere ogen onder een pet, een blauwe schipperstrui. Hij parkeerde zijn scootmobiel half op de stoep, half op het fietspad. “Dat is goed, schat, pak jij je mobiel er maar even bij.”
“Vanmiddag ga ik eropuit. Ik word goed verzorgd door de dames hoor, daar niet van. Alleen ’s avonds kloppen ze aan met zo’n deftige stem: ‘Meneer? Mevrouw?’ Nou, dan weet ik het wel. Ze komen binnen met zo’n klein bordje eten en ze geven je een aardappel, maar het lekkerste houden ze voor zichzelf en eten ze in de keuken op. Echt waar. Dus ik zeg altijd: nee lieverd, dank je wel, ik hoef niet.” Hij gaf een rukje aan zijn pet. “Ik kook altijd zelf, ik ben scheepskok geweest. Waar ik van hou zijn spruitjes en witlof, een stuk vlees en gekookte aardappelen met een klontje blue band erop.”
“Ik kan koken als de beste. Ik kan dansen als de beste. En ik kan zingen als de beste. Als ik zing, is de hele zaal stil. Waar ik woon kind, daar zit van álles. En er is er altijd wel eentje die moet zeuren. Dus ik zing en die kerel zegt drie keer ‘opzouten’. Het was net bloemschikken, dus de hele zaal zat vol, met één zo’n AB. Je weet niet wat dat is? Activiteitenbegeleider. Maar goed, ik zeg altijd: je blijft van kinderen af. Je blijft van vrouwen af. En je blijft van ouderen af. Dus ik ga recht voor hem staan en ik gééf hem een serie treffers.” Hij sloeg zijn ogen op naar de kastanjebomen. De schaduwen van de bladeren flakkerden op zijn gezicht. “Ik ben liever alleen op mijn kamer, begrijp je? Ga ik koken. Zet ik de tv aan.”
“Je hebt het gevonden? Hier de straat in, dan links, dan rechts? Dank je wel, kind. Ik ga je verlaten, maar heb je nog één minuutje?” Hij zette een zeemanslied in, over mijnen op zee, een lege stoel bij het raam. Toen het laatste woord was weggestorven, klopte hij op zijn borst. “Hier in mijn hart heb ik er nog wel vijftig voor je, schat.”
Hij gaf een boks, draaide het sleuteltje van zijn scootmobiel om en stak het zebrapad over.
Dit korte verhaal werd eerder gepubliceerd in het Zeeheldennieuws #4, 2022.