Tamar schoof het dekbed opzij, pakte Daans hand en legde die op haar bovenbeen.
‘Voel je iets?’ vroeg ze.
‘Cellulitis?’ zei Daan.
‘Hè, tóé nou,’ zei ze.
Daan kuste haar hals en beet zacht in haar oorlelletje.
‘Kijk.’ Met haar wijsvinger prikte ze in haar huid. ‘Hier zit een bobbel.’
‘Nou en?’ zei hij.
Langzaam gleed zijn warme hand tussen haar dijen, maar Tamar duwde hem van zich af en trok het dekbed op tot over haar borsten. Ze griste haar laptop van het nachtkastje. Snel opende ze de website waarop ze eerder die avond nog had gelezen over een huidtherapeute die vrijblijvend advies gaf over een optimale behandeling van hardnekkige cellulitis en ontsierende spataders.
‘Hier staat,’ zei ze, ‘dat vermoeide en opgezwollen benen, pijn in je kuiten, een blauwachtige verkleuring van de huid én een lichte verhoging symptomen kunnen zijn van trombose.’
Tamar trok het dekbed omhoog, en bekeek en beklopte haar benen. Vervolgens legde ze de rug van haar hand tegen haar voorhoofd. ‘Dat heb ik allemaal.’
‘Ik heb ook wel eens wat,’ zei Daan.
Tamar schudde haar hoofdkussen op en legde die onder haar rechterbeen.
‘Ik heb een prop,’ zei ze. ‘Een bloedprop.’
Ze zocht verder. Op een foto stond een been met uitstulpingen en een ontstoken wond. Ze vergrootte de afbeelding en draaide de laptop naar Daan toe. Hij knipperde met zijn ogen tegen het blauwe licht.
‘Tamar, alsjeblieft,’ zei hij. ‘Dit heb jij niet.’
‘Nóg niet,’ zei ze.
Daan zuchtte. Hij draaide zich om en knipte zijn nachtlampje uit.
Tamar controleerde haar lichaam. Behalve de bobbel in haar been, ontdekte ze in het make-upspiegeltje witte bultjes op de achterkant van haar tong die zouden kunnen duiden op een dodelijke virusinfectie. In haar elleboogplooi vond ze een verdacht plekje dat ongetwijfeld het beginstadium was van een zeldzame schimmelaandoening, en die krampende en naar haar lies uitstralende pijn in haar zij kon alleen maar betekenen dat ze een dodelijke ziekte onder de leden had.
Met een koel washandje op haar hoofd en een thermometer onder haar oksel scrolde ze door de honderden ziekteverschijnselen van de symptomenchecker. Ja, ze was duizelig. Ja, ze was misselijk en koortsig. En wie weet werd er ook onvoldoende vocht afgevoerd uit de ventrikels in haar hersenen, wat kon duiden op een waterhoofd. Ze deed de test. Was ze geestelijk volwaardig? Ja of nee. Ze griste het washandje van haar hoofd.
‘Daan,’ zei Tamar. Ze klapte de laptop dicht en legde haar handen op het warme aluminium. Onder haar vingertoppen trilde de ventilator. ‘Ben ik de laatste tijd geestelijk achteruitgegaan?’
Daan sliep. Het kon hem niets schelen dat ze leed aan constitutioneel eczeem, een niersteenaanval en trombose. Het was hem om het even dat haar waterhoofd op knappen stond, dat haar bloedprop elk moment kon losschieten en haar kransslagader zou verstoppen. Ze moest zelf actie ondernemen. Ze pakte haar mobiel en toetste 112.
3 augustus 2016