“Listen.” De jongen veegde een zweetdruppel van zijn neusvleugel. “Listen, I really wouldn’t stress.”
De Franse tuin, middaguur. Ondanks de felle zon had de jongen zijn zonnebril op zijn voorhoofd geschoven. Hij hield zijn hoofd schuin tegen zijn mobieltje.
De andere kant had een probleem. Er was een pakketje in Valencia, en er was geld. Dat geld was naar Valencia verstuurd via Western Union. Ergens was het mis gegaan. Het klonk alsof zowel het geld als het pakketje was verdwenen. Nu wilde de blikkerige stem zijn pakketje, of zijn geld. En snel een beetje.
“It seems to me you have to send very clear emails,” zei de jongen tegen de blikkerige stem. “And then, by Friday…”
Hij ijsbeerde voor het bankje waarop zijn ouders zaten. Op hun schoot stonden kartonnen bakjes met een maaltijdsalade, onaangeroerd. Kennelijk wilden ze wachten tot hun zoon klaar was met het telefoongesprek. De vrouw wiebelde met haar tenen in haar slippers, ze had het houten vorkje al in de aanslag.
De stem was begonnen aan een lange monoloog.
De jongen keek naar de tuin. Het was bloedheet, windstil. De bladeren van de leibomen hingen roerloos aan de takken, zelfs de grassen en de kopjes van de herfstanemonen bewogen nauwelijks. De jongen zuchtte. Met zijn linkervoet veegde hij over het onkruid tussen de waaltjes.
“Like I said,” zei hij. “Don’t stress.”
De stem klonk harder.
“No no no,” zei de jongen. “Just saying. I’m sure the Union is on your side.”
Blijkbaar hing de andere kant nogal abrupt op, want even keek de jongen verbaasd naar zijn mobiel. Toen stak hij hem in zijn broekzak en ging tussen zijn ouders op het bankje zitten. Met een ruk trok hij het plastic deksel van zijn bakje salade.
5 september 2023